Stage in Marokko

 

 

Zo’n 6/7 jaar geleden was ik actief in de wijk Feijenoord, ik bestierde daar de Proeftuin, maar bedacht ook nog steeds inhoudelijke projecten om de wijk een positieve boost te geven. Eén van de creaties, die ik met mijn creatieve counterpart C. had bedacht, was Feijenoord Vraagt. Het idee was simpel: mensen uitnodigen (bekend en onbekend) en daar de hele avond vragen aan stellen, het publiek mocht meedoen. Sterker nog: je ‘entreeprijs’ was een vraag. Ik zou de Twan Huys van de wijk worden. Onze eerste gast was onze burgervader, Ahmed Aboutaleb. Nog steeds denk ik daar met liefde aan terug.  

 

 

Voor de tweede avond hadden we via-via iemand van de Borrelnootjez gestrikt, vooral onder jongeren populair, ik had er nog nooit van gehoord. En ook aan die avond denk ik met liefde terug, wat een leuke gast was dat. Helaas hoef ik niet meer te vertellen hoe het de Proeftuin is vergaan, maar daarmee verdween ook Feijenoord Vraagt in de koelkast (ondertussen vriezer). In het lockdown-interbellum heb ik de geweldige voorstelling van Nasrdin Dchar gezien in Theater Zuidplein. Toen onze rij het theater mocht verlaten zag ik in een flits in de gang iemand die ik dacht te kennen. Ik glimlachte naar hem (enorm succesvolle reactie met mondkapje voor, maar ik hoop dat hij de bedoeling heeft gevoeld).

 

Ik moet alleen even iets uitleggen: mijn geheugen is een zeef*. Ik weet dat ik dat vaker heb gezegd, maar dat ben ik weer vergeten. Ik ben geweldig in gezichten, maar hoe je heet of waar ik je überhaupt van ken zijn details die niet mee worden opgeslagen. Toppunt was een ex-vriendje waar ik ooit bij weerzien iets te enthousiast tegen zei: ‘Hé, ik ken jou ergens van.’ Ik bespaar je dat verloop. leuk verhaal voor een andere blog (of bij nader inzien toch niet 😊).

 

 

Een tijdje geleden, bij het uitlaten van Boefie, liep ik hem weer tegen het lijf bij het zwembad. Ik begroette hem enthousiast en zag meteen dat hij mij niet meer herkende, maar beleefd terug praatte. ‘Dan staan we zo gelijk als het kwartje bij beiden valt en ik geen idee heb hoe je heet of waar ik je van ken,’ dacht ik nog. En het kwartje viel: Feijenoord Vraagt! We waren nu wijkgenoten, hij was solo gegaan, maakte nog steeds grappige internetsketches en stond binnenkort in Theater Zuidplein met zijn show. Mijn hart glimlachte door het ophalen van de herinneringen en dit gesprek en zo kwamen we elkaar daarna nog een paar keer tegen. Sterker nog, we zijn nu Facebook-vriendjes.

 

 

En zo gebeurde het dat ik ineens een vraag kreeg: ‘Kan ik je ff bellen?’ of ik een rolletje wilde spelen in zijn volgende sketch. Hij zocht nog een juffrouw die zijn stage-verzoek moest afwijzen: hij mocht geen stage lopen in Marokko. Ik weet niet of hij het had aangevoeld, maar ik ben GEWELDIG in het afwijzen van mannen, dus sowieso geknipt voor deze rol, ik zei JA.

 

 

Onder het genot van een bakkie liepen we het idee door, installeerden de boel, namen een paar shots op, maar hadden vooral veel lol, niet handig voor de boze juffrouw-rol, dus denk dat ik Hollywoodambities maar niet moet ambiëren. De avond vloog voorbij en voor ik het wist liep ik alweer op de dijk met dezelfde glimlach om mijn hart. ‘Joh, ga lekker stage lopen in Marokko.’

 

 

 

* Dat is ook één van de redenen dat ik Facebook en deze corona diaries gebruik als extern geheugen. Aan het eind van het jaar bundel ik dat dan met de foto’s en leg ik dat vast voor later (en later kan dan ook dus al een week zijn).

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0