Balkonbingo

Bijna een week niet geblogged en er is toch wel wat gebeurd zo de afgelopen dagen. We zijn weer een paar mooie zonnige dagen verder en hoewel gisteren even wat miezerig was, was dat ook te verwaarlozen. Wel opvallend dat de meeste druppels precies rond 12 en 17 uur vielen, de tijd van de hondenclub.

 

 

Het begint echt een club te worden, vreemde honden worden eerst heftig toegeblaft alvorens ze mogen toetreden tot de club. En op Hemelvaartsdag is de club zelfs even op visite geweest in de tuin van Boefie. Het was die dag stralend weer, dus de middagdate ging niet door, veel te warm. Om 17 uur zouden we elkaar ontmoeten in de voormalige Munt, maar daar is ook geen plekje schaduw, dus ik stelde voor om dan maar bij ons in de tuin af te spreken met de honden.

 

 

Eerst moest ik die middag nog de Balkonbingo presenteren, onderdeel van de Balkonparade voor seniorencomplexen, in de wijk Hillesluis. Ik hoopte nog wat oude bekenden te zien, maar op 1 na, waren het allemaal vreemden voor me, maar natuurlijk niet voor lang. De box met muziek ging alvast aan terwijl enkele dames langs de galerijen liepen om de bingokaarten alvast uit te delen en ik verzamelde ondertussen wat verzoeknummers (Thank God voor Spotify). Ik had zelf ook al wat nummers verzameld om tussen het trekken van de bingoballen en het roepen van de nummers door ten gehore te brengen.

 

 

Er waren nieuwe afvalknijpers om de bingokaarten aan te geven en weer aan te pakken als er bingo werd geroepen, die in het begin even dienst deden als middel om corona-proof de Polonaise Hollandaise van Arie Ribbens te dansen. Toen halverwege bleek dat de kaarten van verschillende series waren uitgedeeld en er ineens 2 mensen tegelijk bingo riepen moesten we even snel improviseren, want daar waren de prijsjes niet op berekend. Met het grootste gemak hebben we dat kunnen verdoezelen en hebben we zelfs nog een rondje kunnen spelen. Colinda eindigde de middag met haar nummer ‘Adios, Tot Ziens, De Groeten.’ Misschien had ik vooraf even naar de tekst moeten luisteren, want terwijl ik enthousiast zwaaiend naar mijn nieuwe vrienden aan het wuiven was ging het eigenlijk over een overspelige echtgenoot.

 

 

Snel naar huis voor de ontvangst van de hondenclub in de tuin. Boefie vond het vreemd dat ik naar de tuin wilde lopen en bleef bij de deur zitten met een ‘Komt er nog wat van?’-uitdrukking toen de eerste honden arriveerden. Ze baanden zich een weg door de fietsen en scooter om los te gaan in de tuin. Ik had wat te drinken en te knabbelen neergezet en dat werd ook nog extra meegenomen. Stoelen 1,5 meter uit elkaar en zo konden de honden en de baasjes tegelijkertijd genieten. Het was voor iedereen ff wennen.

 

 

Sinds de hond geniet ik elke dag even van de tuin, die er jarenlang als verwaarloosd heeft bijgelegen. Oma hield het af en toe wel bij, maar meer omdat ze zich ergerde aan het onkruid, dan om er gebruik van te maken. Ik heb nog wel de trampoline uit mijn tuinhuisje gehaald vorig jaar in de hoop dat er in deze tuin iets meer gebruik van zou worden gemaakt en dat was lange tijd ijdele hoop. Sinds oma weer tekeer is gegaan en zelfs stoelen en een tafel heeft neergezet is het een chillplek voor T met zijn vrienden geworden (en wordt de trampo ook gebruikt, als is het maar om op te liggen) en zit ik er elke ochtend met mijn hond.

 

 

Heerlijk om wakker te worden en dan in pyjama naar beneden te sloffen, soms als de hond erg suf is, lukt het me zelfs om koffie te zetten. Telefoon mee voor een luisterboek en dan ff ongezien wakker worden terwijl de hond zijn behoefte doet en zijn eerste energie kwijt raakt. Dat ongeziendeel hoop ik altijd vurig, omdat we niet echt een actieve balkongemeenschap hebben bij mij achter (geen balkonbingo materiaal). Heel af en toe hangt er iemand een wasje op.

 

 

Het was dan ook ff schrikken toen er vanochtend ineens een grote vent in tuinoverall naast me op het grindpad stond, type Lenie uit ‘of mice and men’ (zonder mentaal zwakke deel dan). Terwijl ik mijn haar even snel fatsoeneerde en hem een vriendelijke ‘dit is echt geen pyjama’-blik toewierp legde hij uit dat hij de deuren kwam maken. Hij moest de dranger minder sterk instellen wat hij blijkbaar onzin vond, want met zijn postuur kon hij de deur zelfs open kijken. Ik verontschuldigde met een ‘ja het is alleen niet handig met een fiets of brommer in je hand om dan tegelijk de deur open te krijgen’ en toen vond hij het best.

 

 

Boefie bleef blaffen en zittend probeerde ik hem af te leiden. Ik dacht namelijk dat als ik zou blijven zitten, zo’n beetje om het hoekje, dat het dan vast niet opvalt wat ik aanheb. Alsof je een knalrood-roze pyjama in de categorie onopvallend kan scharen, maar je moet jezelf iets wijs maken. Toen hij eindelijk klaar was en vertrokken kon ik opstaan om weer naar boven te lopen. Alleen toen ik bij de tussendoor aankwam bleek Lenie die dicht te hebben gegooid. Stond ik daar in mijn pyjama. Gelukkig had ik mijn telefoon mee en kon ik mijn moeder bellen, die godzijdank ook gewoon nog thuis was en niet zoals gewoonlijk allejezus vroeg naar haar tuintje was geraced. Ik hoorde haar de trap af komen en met een zwiep gooide ze de deur open in haar roze pyjamajurk, terwijl ze meteen rechtsomkeert maakte: ‘ik zit in een spelletje’. De appel valt niet ver van de boom…..

 

P.s. nog een fijn suikerfeest voor een ieder die het viert.

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0