Vandaag is het 4 mei, de dag vd dodenherdenking. Ik moet tot mijn spijt bekennen, dat ik er wel eens onbewust niet bij stil heb gestaan. Dat ik gewoon met andere dingen bezig was en me bijvoorbeeld afvroeg waarom die auto’s ineens stil gingen staan. Om dan te laat te bedenken ‘oh kut’. Niet dit jaar.
In de middag zag ik het programma online van één vandaag: de orgelzolders zijn het achterhuis van Rotterdam en besloot meteen na deze crisis om een rondleiding te gaan volgen, het is ten slotte bijna mijn achtertuin. Vorig jaar was ik ook al zo onder de indruk van de rondleiding door de Afrikaanderwijk en de herdenking in de Kocatepe moskee. Ik leerde, dat mijn oude basisschooltje een militaire post was en dat er hevig was gevochten op de putselaan. En dat mijn middelbare school, nu moskee, een herdenkingssteen heeft staan op trappen waar ik nog met boekentassen heb gegooid.
Ik wilde vanavond eerst naar de Kaap, omdat ik online zag dat daar op meerdere plekken trompettisten zouden staan die de Last Post ten gehore zouden brengen. Daar was ik vorig jaar in de moskee ook zo van onder de indruk om dat live te horen. Maar ik zag ook een oproep om de last post op te zoeken en uit je ramen te laten schallen. Ik koos voor die optie en schakelde (weer te laat) in op NPO 1 en ving de laatste indrukwekkende woorden van Arnon Grunberg op.
NL Ziet is wat trager dan de werkelijke wereld, dus terwijl Willem nog over het plein liep ging hier thuis de Last Post al aan. Mijn zoon zweeg mee, gamend dat wel, maar we zijn al 1 stap verder en zelfs zijn vriendjes gamede zwijgend. Hoopvol voor volgend jaar. Ik downloadde de audiotour van de brandgrens en besloot die met mijn neefje te gaan lopen, oma en Boefie gingen ook mee. Gewapend (niet echt goed woordgebruik in deze context) met box en hondentas liepen we richting Erasmusbrug. Het beginpunt op de Willemskade hadden we niet ontdekt, maar ik wist dat er bij de Leuvehaven brandplekken gemarkeerd waren dus liepen we die kant op. Links bij de Zalmhaven zag ik ineens ook het kunstwerk op de grond liggen en ik vroeg mijn neefje om te zoeken en te kijken hoe hij het zou kunnen ontdekken.
Hij keek vooral omhoog, maar na wat aanwijzingen zag hij het dan toch. We bestudeerden het minikunstwerkje met Zadkine, brandende huizen de felle lichten en hij wist nu waar hij op moest letten. Als een speurhond gingen we naar het volgende punt. De box was ondertussen al uitgevallen. Hij knetterde nog wat en werd toen met een luide plof stil. De telefoon ging dus tegen mijn oor en af en toe riep ik wat naar Danny en oma en gaf ik aanwijzingen hoe te lopen. Op de Westblaak twijfelde ik even en een voorbijganger wilde te hulp schieten. ‘Welke straat zoekt u?’, ’Nee, we lopen de brandgrens.’ antwoordde ik waarop oma nog net hoorbaar zuchtte ‘weet hij veel.’
Ik leerde over de zebra’s die waarschijnlijk over de kruiskade liepen na de 1e bommen, schrok van het preventief afschieten van de roofdieren uit angst voor de volgende bommen en dat ze dan wellicht bevrijd zouden worden. Probeerde af en toe mijn hondje te ontlasten door hem te tillen, maar daar wilde hij niets van weten. Aangekomen bij het centraal station vond oma het welletjes. Danny keek mij aan en we besloten om het er voor vandaag bij te laten, we moesten ook nog terug lopen, maar hij vond het wel geweldig en reuze interessant. Vandaag (en misschien morgen) lopen we de rest van de route en misschien loop ik hem nu wel elk jaar. Het maakt je voor heel even (nou ja voor 12 km) stil en nederig van binnen.
Reactie schrijven