· 

Karsu

'We zijn zo toe aan Karsu.' Dat was mijn mantra de afgelopen dagen. Niet alleen vanwege het hele gedoe rondom de school van mijn zoon, maar ook nu de versoepelingen nog meer zijn ingegaan, dat je gewoon weer mensen in 3D mocht treffen. Je moest er een staaf in je holtes voor over hebben, maar dat deden we dan maar. Mijn oorspronkelijke date was ziek en daar had ik de kaartjes eigenlijk voor gekocht. Ik wilde ze dus eerst weggeven of verkopen, moest ook diep graven, want het concert was al 2x eerder verzet, maar toen ik de kaartjes uit de krochten van mijn mail had opgetrommeld, wilde ik er toch echt zelf even uit.

 

Ik appte een vriendin, die ook een pittige periode had gehad. Joh, heb kaartjes voor Karsu, ik ben er zo aan toe, maar jij volgens mij ook, zin om mee te gaan? Vriendin was meteen enthousiast. In aanloop er naar toe merkte ik dat ik in de Karsu bubbel zat, mijn socials stroomden vol met berichten over haar en ik kreeg van verschillende kanten appjes hoe goed ze wel niet was en dat ik ook echt moest gaan. Alsof de kosmos me nog net ff dat laatste duwtje moest geven.

 

Op de dag zelf kwam ik erachter, dat het concert niet om 20.00 uur maar om 20.30 uur begon en ik was braaf om 20.00 uur gaan testen de dag ervoor. Ik appte mijn vriendin, mijn QR verloopt om 20.00 uur. Het 'we kunnen ook eerder afspreken en een happie gaan eten'-voorstel klonk als een geweldig plan. Ik scoorde een electrisch leenautootje, pikte haar op en we charmeerden ons 'Jacks' binnen. 'Nee we hadden niet gereserveerd, maar we zijn echt om 19.30 uur weg.' Ik strooide nog ff met de naam van de kok en na nog een kritische blik op de reserveringen werden we er tussen gefrommeld.

 

Een paddestoelen-pasta later wierp ik even een korte blik op mijn telefoon, 19.43 uur, shit! Ik gooide mijn glas gemberthee achterover en sprintte naar de kassa om daarna ff snel de keuken in te duiken voor een speed-hug met de kok, mijn QR verloopt. Niet veel later arriveerden we voor Annabel en zag ik tot mijn schrik een megarij, dit ga ik nooit redden voor 20 uur binnen. Ik besloot naar het begin van de rij te lopen. Mehmet, de vriendelijke bewaker, trok Menno uit de kast om mijn QR te scannen. Ik werd groen, geboortemaand? vroeg hij nog en ik gaf hem mijn volledige geboortedatm, alsof hij me een kaartje gaat sturen. 'Onthoud dit gezicht, hè Menno,' vroeg ik vriendelijk voordat ik weer achteraan de rij wilde aansluiten, maar hij ging voor de rode jas.

 

De rij vorderde verrassend snel en ineens stond ik 19.58 uur voor Mehmet, die nog ff probeerde me zenuwachtig te maken met de woorden 'hoe laat is het? ga je het wel redden?' Menno was in zicht, maar werd op zijn schouder getikt, iets met gastenlijst, mensen, maar toen hij om 20.01 uur zich omdraaide herkende hij me inderdaad en mocht ik naar binnen. Jas in de kluis en de zaal in. Wat een gaaf publiek: van Ebru Umar tot linkse hippie en van oud-wit tot Turks-jong, met en zonder hoofddoek.

 

Het leek een eeuwigheid te duren voor ze het podium betrad en mijn buurman moest ze daar ook even subtiel op wijzen 'Jullie zijn te laat' schreeuwde hij en kreeg meteen antwoord van de trombone. Het eerste nummer ging ook symbolisch over te laat zijn, dus misschien was het allemaal wel gepland, maar zodra Karsu haar strot open trok vergaf je haar meteen en ook de band en deed ze mijn buurman voor de rest van de avond het zwijgen toe.

 

Naast Karsu kreeg iedereen op het podium zijn moment, je zag het plezier en de fijne samenwerking van het podium afspatten. Wat hadden we dit gemist, je merkte de 'sense of urgency'. Zij moest daar staan, de band moest haar begeleiden en wij als publiek moesten dat ondersteunen. Soms met oncontroleerbare geluiden en bewegingen, ik snap nu dat er geen zaallicht is. Haar meertaligheid, haar muzikaliteit, het groot zingen, maar ook heel klein, maakt haar tot een uitzonderlijk talent. Ze heeft ons meermaals bedankt, net zo als ik meerdere keren die avond mijn vriendin aankeek en alleen maar 'gaaf hè' uit kon kramen.

 

Ik heb met terugwerkende kracht plaatsvervangende schaamte dat we zo met de cultuursector zijn omgegaan. Daar, in de zaal van Annabel, viel ff alles van me af, voelde je je tot in je diepste vezel tot leven komen. Ik zweer je dat mijn buurman binnenkwam als man van 80 en wegging als jonge vent (hij had in de loop van de avond ook ineens een smartphone). We kregen een toegift en nog één. Het dak ging er af is een eufemisme en als een ware storm Eunice brak ze door ons pantser van polarisatie en smolten we samen tot één. Die avond werd mijn mantra werkelijkheid 'we zijn zo toe aan Karsu'.

Reactie schrijven

Commentaren: 0